Noordelijker gaan we niet
Blijf op de hoogte en volg Marjolijn en Stef
20 Juni 2018 | Verenigd Koninkrijk, John O' Groats
Nog een dagje Ullapool dus. Het waait nog steeds, maar de storm is gaan liggen. We staan rustig op, drinken een kopje koffie en lopen dan nog wat rond in Ullapool. We houden ons in en kopen niets meer. Veel te beleven is er niet, Ullapool telt slechts 1300 inwoners. Zon en regen wisselen elkaar de hele dag af.
Rond het middaguur komt er een heus cruiseschip aan dat voor anker gaat in de haven. De reizigers worden met kleine bootjes naar de kant gebracht en ontvangen door een echte Piper in Schotse klederdracht.
‘s Avonds gaan we met een stel nog een keer naar de pub waar een live optreden is. Valt deze keer wat tegen. Morgen gaan we weer verder, we hebben er wel weer zin in, te lang rondhangen is ook niets.
We hebben nog zo’n anderhalve week voor de boeg en we realiseren ons hoeveel we hebben gezien. Het is lastig om alle plaatsen waar we geweest zijn en waar we hebben gestaan, terug te halen. Daarvoor hebben we het verhaal en de foto’s nodig. Maar we kunnen nu al zeggen dat het een geweldige reis is (geweest).
Zaterdag 16 juni
Reisdag naar John ‘o Groats. Omdat we de camping in Durness overslaan, zijn er verschillende wegen die naar John ‘o Groats leiden. Sommige equipes kiezen ervoor om de route die in het routeboek staat via Durness wel te rijden en dan inclusief natuurlijk het traject Durness - John ‘o Groats. Gezien de afstand en de hoeveelheid single track roads kost dit waarschijnlijk zo’n 8 uur. Wij kiezen ervoor om gedeeltelijk over de snelweg te rijden (de snelweg die we ook terug moeten gaan rijden vanaf John ‘o Groats), maar toch ook een stuk binnendoor en langs de kust. We krijgen het advies om zoveel mogelijk benzine in de tank te hebben bij aankomst in John ‘o Groats, want in deze gebieden zijn niet al teveel benzine stations en sommige hebben gewoon ook geen benzine meer.
Het blijkt weer een heel afwisselende route te zijn, we beginnen met bergen en meren in heel dun bevolkt gebied en eindigen met vlak land, duinlandschap, schapen op grote weiden en strand. En ook lijken hier wat meer mensen te wonen, maar hier wonen lijkt ons op z’n zachts gezegd een grote uitdaging. Misschien wel niet als je niet anders weet, maar toch.
Als we vertrekken is het 13 graden en bewolkt, maar als we op de nieuwe camping zijn, is het 20 graden en zonnig. We staan weer prachtig, we hebben vrij uitzicht op zee en de Orkney eilanden. We kunnen na het eten zelfs koffie buiten in de zon drinken. Als toetje krijgen we ook nog een schitterende zonsondergang, let wel deze is pas om 22.30 uur en om 04.00 uur komt de zon al weer op.
We zijn nu op het meest Noord-Oostelijke puntje van Groot Brittannië. Vanaf Land’s End (het meest Zuid-Westelijke puntje) waar we op 19 mei waren, is het 874 miles (1410 km). Leuk om op beide plekken geweest te zijn.
Zondag 17 juni
Vanochtend is niet het zo warm en bewolkt. Voordat we vanmiddag een wild life cruise gaan maken, gaan we zelf met de auto naar Duncansby head. Daar is een vuurtoren, maar daar schijnen ook diepe kloven te zijn met heel veel broedende vogels en de Duncansby Stacks, drie 90 meter hoge pilaren voor hoge kliffen.
Onderweg pikken we nog 2 deelnemers op, die dachten wel naar de vuurtoren te kunnen lopen, maar dat is veel te ver. Gezamenlijk lopen we naar de stacks en zien in de kloven enorme hoeveelheden vogels die aan het broeden zijn. Volgens de kenners zijn het meeuwen, alken en papegaaiduikers (puffins). Wij zien het verschil niet, maar het is allemaal prachtig om te zien. Het is ondertussen warmer geworden, dus we lunchen lekker in de zon, totdat de zon weggaat en dan is het weer koud. Je hebt hier in het noorden van Schotland zo nu en dan 4 jaargetijden in een dag, allemaal heel onvoorspelbaar.
‘s Middags met de wild life cruise rond het eiland Stroma dat voor de kust bij John ‘o Groats ligt. Op dit ooit bewoonde eiland leven ontzettend veel vogels (en de altijd aanwezige schapen om het gras kort te houden), maar ook zeehonden. De hoop is dat we ook Orca’s en/of dolfijnen kunnen zien, maar deze zijn helaas (zoals bijna gewoonlijk op dergelijke trips) vandaag niet te zien. Maar dat maakt niet uit: de tocht is schitterend, we zien hele steile kliffen waar ook hier ontzettend veel vogels zich ophouden. De boot vaart er vlak langs, dus ik kan mooie foto’s maken. Prachtig. Gelukkig zien we wel de nodige zeehonden. We gaan weg met zon, maar gaandeweg gaat het toch weer waaien en wordt het - zeker op zee - veel kouder, maar al met al is de trip zeer de moeite waard.
‘s Avonds kookt Stef, dus we gaan met Frits en Mieke (toeristische reisleiding) uit eten.
Morgen vroeg op; we gaan de Orkney eilanden bezoeken. Eerst met de boot over en dan met een bus verder.
Maandag 18 juni
Voordat we aan de excursie kunnen beginnen, krijgen we het trieste nieuws dat ons toeristisch koppel de reis vanwege persoonlijke omstandigheden moet afbreken. Voor onze reis heeft dit geen impact, maar het is voor hun heel erg vervelend. Iedereen is er stil van.
Onder leiding van het technisch koppel gaan we de excursie toch doen.
De wind is behoorlijk aangetrokken, maar de overtocht naar de Orkney’s gaat zonder problemen in 40 minuten. De Orkney’s is een verzameling eilanden, waarvan een groot aantal niet bewoond is. Wij bezoeken een aantal van de bewoonde eilanden (South Ronaldsay, Mainland en Hoy), die door de zgn. Churchill barriers met elkaar zijn verbonden. Dit zijn dammen die door de Italiaanse krijgsgevangenen in de WO II in opdracht van Churchill zijn aangelegd. Er is nog veel meer recente (WO I en II) geschiedenis op de Orkney’s naast een aantal archeologische opgravingen uit de steentijd, de Bronstijd en de ijzertijd. Met name de ‘standing stones’ in de Stones of Stenness en de Ring of Brodgar zijn de moeite waard. Ze staan op de wereld erfgoedlijst en schijnen ouder te zijn dan Stonehenge.
In de natuurlijke binnenbaai Scapa Flow heeft de Engelse vloot in WO II beschut gelegen en zoals de chauffeur opmerkte: als de Duitsers er in geslaagd waren, daarin door te dringen, dan hadden we vandaag geen Engels maar Duits gesproken.
Onze chauffeur komt van het eiland en weet zijn eiland prima te verkopen. We krijgen alle locale wetenswaardigheden te zien of te horen, zoals geen stoplichten en maar 8 rotondes.
Op de Orkney’s is er vooral gras en wind (365 dagen per jaar) verder heel weinig. Het vee (koeien, schapen en de black Angus runderen) staan maar 4 maanden per jaar buiten, dus moet er veel gemaaid worden door de boeren.
Na een super snelle lunch (3 gangen binnen een uur) brengt de chauffeur ons naar alle oudheden. Het is ondertussen nog meer gaan waaien, alle mutsen, handschoenen en dikke jassen gaan aan. Maar het is allemaal prachtige en na een laatste fotostop bij de Italian Chapel (kapel gemaakt en beschilderd door de Italiaanse krijgsgevangenen) rijden we weer terug naar de boot, want we moeten de laatste boot van 19.00 uur halen.
De terugtocht is wat ruiger dan de heenweg. Niemand mag op het bovendek staan en de boot gaat nogal te keer. Gelukkig wordt niemand zeeziek. Rond 20.00 uur zijn we terug op de camping.
De wind staat recht op onze caravan. Helaas zijn we de eerste in het rijtje, zodat wij de volle wind opvangen. De hele nacht staat de caravan te schudden, ik slaap niet erg lekker van al die wind en het idee daar morgen in te moeten rijden.
-
20 Juni 2018 - 18:11
Eric:
Hallo,
Jullie maken zo wat mee, leuk om te lezen.
Goed om te lezen, dat Stef ook kookt :).
Na Corsica hebben wij (nog meer) respect voor Marjolijn gekregen.
Het rijden met een auto en caravan op smalle en bochtige wegen en ook nog omhoog en omlaag gaande wegen, dat is geen kattepis!
En ja nog een kleine week en het is weer voorbij, maar als ik zo lees, is het een mooie waardevolle tocht geworden. Tot binnenkort!
Groetjes Eric (en Marie-Jose).
NB
Zijn jullie nog mooi op tijd voor Marc als hij tegen AZ speelt! -
21 Juni 2018 - 09:50
Ike:
wat een reis en wat een verhalen, misschien wordt jullie liefde voor Engeland wel net zo groot als de mijne en bijzonder ook die lange dagen en erg korte nachten perfekt landschap ook voor een moord serie( juni is detective maand, hier dus) bijzonder de fauna. puffins is ook de naam van de kinderboeken uitgave van de penguins, de pocket met de oranje achterkant/rug. het schiet nu echt wel op en dan noordelijker, via Hull weer terug, o jee, opletten hè, dan zit de goede kant van de weg weer rechts, en moet je hier weer opletten met oversteken, en dan nagenieten en maar gauw een fotoboek maken, succes met de terugreis en tot gauw en geniet nog maar even, Ike
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley